BORNEO

De Groene Parel

Anders dan Anders

home

fotos

Dag 1 & 2 zaterdag & zondag 10 & 11/8. AMSTERDAM – HONGKONG – KOTA KINABALU

Borneo, het op twee na grootste eiland ter wereld, het moet alleen Groenland en Nieuw Guinea laten voorgaan. Het wordt gedeeld door drie landen, het olierijke Sultanaat Brunei, Indonesië met Kalimantan en Maleisië met de deelstaten Sarawak en Sabah. Het heeft een van de oudste regenwouden ter wereld, 130miljoen jaar oud met een megadiversiteit aan fauna en flora, en het was de thuisbasis voor de beruchte Dajaks, piraten en koppensnellers tot de Britten en de Nederlanders het eiland onder mekaar verdeelden in de 19e eeuw en daar wat paal en perk aan stelden. Wij gaan wat rondneuzen op het Maleisisch deel, Sarawak en Sabah.
  We vliegen met Cathay Pacific via Hong Kong naar Kota Kinabalu, en het heeft wel iets als de vriendelijke juffrouw aan de incheckbalie je vraagt hoe je dat juist schrijft. We landen er in de namiddag en worden opgewacht en begroet door Manu, onze AdA man die ons de volgende weken zal vergezellen. De zon schijnt er, het is er meer dan 32° en met een luchtvochtigheid van meer dan 90% is het alsof je voortdurend rondloopt met een warme natte dweil rond je lichaam.
  Kota Kinabalu, of kortweg KK, is de hoofdstad van Sabah en is verrassend modern allicht een rechtstreeks gevolg van de quasi totale vernietiging ervan tijdens WOII. Ons hotel ligt aan de waterkant en ter kennismaking maken we een wandelingetje in de omgeving voor we ’s avonds gaan dineren in een openlucht restaurant met een eenvoudige maar leuke show.

Dag 3 maandag 12/8. KOTA KINABALU – MULU

We worden wakker met een serieuze moesson bui, een uitschuivertje van Utor een super typhoon die heel wat miserie veroorzaakt in de Filipijnen en nu afstevent op het vasteland van China.
  We vliegen naar Mulu in Sarawak met een tussenlanding in Miri en eigenaardig, alhoewel Sarawak en Sabah allebei deelstaten zijn van Maleisië moet je in Miri de immigratie passeren voor een stempeltje in je paspoort. Een tweemotorige ATR van MasWings zou er ons heenbrengen maar zover komt het niet want Murphy vliegt mee. Onverwacht maakt het toestel een landing op Labuan een eilandje voor de kust van Sabah, bekend voor z’n offshore industrie van olie en gas. Een barst in de ruit van de cockpit is de boosdoener. Het toestel mag niet verder vliegen. Passagiers en bagage worden uitgeladen en verzameld in de terminal. Al snel is duidelijk dat we vandaag niet meer in Mulu zullen geraken want daar wordt het luchtruim gesloten om 16h omdat dan miljoenen vleermuizen massaal de grotten verlaten en uitvliegen en dat kan problemen geven voor tuig en dier. Op z’n best raken we in Miri en dan nog met twee verschillende vluchten. De eerste vertrekt rond 13h, de tweede pas rond 20h. Dertig minuten na vertrek staat groep een in Miri Airport en begint Manu aan een urenlange strijd met een dame van MasWings voor een vlucht naar Mulu morgen, een hotel voor overnachting nu, avondmaal en ontbijt voor iedereen en transport voor vandaag en morgen van en naar de luchthaven. Nu goed, ”the man who made time, made plenty of it”, en ten langen leste lukt het allemaal wel en rond 22h is het gezelschap weer compleet, slurpt een drankje en doet zich tegoed aan het buffet.

Dag 4 dinsdag 13/8. MULU

Het is een stralende morgen en we hebben een verrassend mooi uitzicht op de baai en het strand, maar veel tijd en gelegenheid voor al dat moois is er niet want we moeten terug naar de luchthaven voor onze vlucht naar Mulu om 13h. Een beetje nagelbijtend wachten we op de komst van het vliegtuig maar dit keer loopt het allemaal zoals het hoort en een half uurtje later staan we op de tarmac van de kleine luchthaven van Mulu.
  Een open bus brengt ons naar onze jungle lodge. Het ding staat volop in de steigers want het is overgenomen door Marriott die er een 5 sterren etablissement van zal maken tegen maart 2014. Niet voor ons dus, en ook geen zwembad, maar niet getreurd, wij schuiven snel aan voor een lunch en stappen dan in drie wachtende longboats en varen naar het dorp Long Iman van de Penan, oorspronkelijk nomaden en jagers-verzamelaars die verplicht werden om hun zwerversbestaan op te geven en vandaag in longhouses wonen. Lange houten gebouwen die van 30 tot 100 families kunnen herbergen. Ze lopen hier dan wel niet meer in hun blote bast en een lendendoek rond, hun blaaspijpen met gifpijltjes hebben ze steeds bij de hand als ze het woud intrekken en ze zijn er dodelijk efficiënt mee.
  Een drietal oudere dames geven een korte demonstratie van hun muzikale kunnen op de traditionele muziekinstrumenten van de Penan. De keringot of de neusfluit, de uring of de mondharp en een soort bamboe gitaar de pagan. Een man haalt zijn grote zelf gemaakte gitaar, de sape, boven en een jonge man laat ons proeven van de dansen waarmee zij de bewegingen van dieren en vooral van de neushoornvogel imiteren.
  We varen terug naar onze lodge en na het diner hebben we een avondwandeling met aansluitend een avondcruise op de rivier. Bedoeling is natuurlijk om wat jungle ervaring op te doen in het pikkedonker. Het zijn voornamelijk insecten allerhande waar je overdag achteloos zou op of over stappen die nu gegeerde onderwerpen zijn voor de foto. Maar de warmte, de geluiden, de geuren en de duisternis, dat kan je onmogelijk allemaal op foto vast leggen.

Dag 5 woensdag 14/8. MULU

We beginnen de dag met een wandeling in de boomkruinen, een canopy walk 30m boven de grond in het Gunung Mulu National Park, Unesco Werelderfgoed en genoemd naar Mount Mulu, 2376m en de 2de hoogste berg van Sarawak. Een korte rit met de open bus brengt ons tot aan de ingang van het Park en dan wandelen we langs een plankenpad tot aan het begin van de canopy walk met 480m een van de langste ter wereld. We worden weer in twee groepjes verdeeld, elk met een ranger en er zijn wat regels in acht te nemen. Niet meer dan 2 man op de brug en niet meer dan 5 man op ieder platform. We horen meer vogels dan we zien maar hoog boven de grond heb je echt een bird’s eye view over de omgeving. Heel tof.
  Na de lunch wandelen we terug het Park in langs het plankenpad naar de grotten, DE publiekstrekker van Mulu. Specialisten schatten dat het ganse grottencomplex minstens 150km lang is en ze worden nog steeds driftig geëxploreerd. Vier grotten zijn toegankelijk gemaakt voor het publiek en wij bezoeken er vandaag 2 van. Langs Cave en 100m verderop Deer Cave, een enorme grot met de Sarawak kamer van 700m op 400m waar men een hele rij Boeings zou kunnen parkeren en die 2 tot 3 miljoen vleermuizen herbergt samen met een schare zwaluwen. Je weet dat ze er zijn maar je moet verdraaid goed uitkijken om ze te zien.
  We installeren ons buiten in afwachting dat die vleermuizen bij valavond uitvliegen op zoek naar insecten. Men schat dat die diertjes iedere dag 15 ton insecten verslinden, in de grot kan je dan ook maar beter op de voorziene paden blijven want wat aan weerszijden zwarte aarde lijkt te zijn is in werkelijk een dikke laag guano of vleermuizen stront en mensen met een gevoelig reukorgaan worden hier goed bediend.
  Tot onze teleurstelling en frustratie gebeurt er vanavond echter niks, het is regenachtig, er vallen enkele druppels en dat is blijkbaar voldoende om de ganse meute binnen te houden, en dus druipen we af als het donker wordt.

Dag 6 donderdag 15/8. MULU – KOTA KINABALU – SANDAKAN

Vandaag vliegen we terug naar Kota Kinabalu en dan verder naar Sandakan, maar eerst bezoeken we nog een tweetal mooie grotten; Clearwater Cave en de Cave of the Winds. We stappen er terug voor in onze longboats voor een 40 minuten durende tocht over de Melinaurivier die bij wijlen zo ondiep is dat de kiel over de rivierbodem schuurt.
  We picknicken ter plekke en worden dan met de bootjes tot aan de luchthaven van Mulu gebracht. De bagage is afzonderlijk aangevoerd en wacht op ons om samen ingecheckt te worden.
  De vluchten naar Miri, waar we eventjes uit het vliegtuig moeten om snel langs de immigratie te passeren, Kota Kinabalu en Sandakan verlopen vlekkeloos en rond 17h arriveren we in ons hotel in Sandakan.

Dag 7 vrijdag 16/8. SANDAKAN – SEPILOK

Ons gezelschap wordt weer in twee groepen opgesplitst, want op het schildpaddeneiland dat vandaag geprogrammeerd stond is niet genoeg logeercapaciteit om iedereen te huisvesten. Groep ”Schildpad” bezoekt daarom vandaag het schildpaddeneiland en groep ”Aap” bezoekt vandaag Sepilok en het Oerang Oetang rehabilitatiecentrum en morgen draaien we de rollen om.
  Het centrum Sepilok ligt in het 4300ha groot Kabili-Sepilok Forest Reserve en begon in 1964 om illegaal in gevangenschap gehouden baby oerang oetangs te leren om voor zichzelf te zorgen in het wild. Geen eenvoudige taak want baby’s blijven tot 5 jaar bij de moeder om ingewijd te worden en sommige baby’s uit gevangenschap moet men zelfs leren klimmen. Op een voedingsplatform wordt twee maal per dag steeds hetzelfde voedsel, vooral fruit, gelegd. Op die manier hoopt men de oerang oetangs aan te zetten om voor meer variatie te gaan zoeken in het woud en zo voor zichzelf te zorgen. Het zijn intelligente wezens die iedere dag hoog in de bomen een comfortabel nest maken. Het zijn de wijfjes die voor de jongeren zorgen, mannetjes komen er alleen aan te pas voor de sex, 97% van hun genen zijn dan ook dezelfde als bij de mens. We zijn er voor de twee voedingsessies, het is er ongelooflijk druk en warm en je fotografeert je letterlijk in het zweet. Niet alleen oerang oetangs komen er op af, ook de langstaart makaken profiteren onbeschaamd mee van de gratis maaltijd en dat geeft aanleiding tot amusante situaties.
  Tussendoor bekijken we nog een filmpje over de oerang oetangs, maken een wandeling op het pitta trail in het regenwoud, en lopen nog eens over een canopy, alhoewel die maar een flauw afkooksel is in vergelijking met datgene wat we in Mulu hadden.

Dag 8 zaterdag 17/8. SANDAKAN – SELINGAN

Vandaag is het de beurt aan Groep ”Aap” om naar het schildpadeiland te gaan in de Sulu zee. Turtle Island Park bestaat uit een drietal eilandjes, Selingan, Bakungan en Gulisan. Schildpadden komen er het ganse jaar aan land om hun eieren te leggen maar de beste periode is tussen juli en oktober zegt men. Schildpadden zijn een bedreigde diersoort en hier komen er nog slechts twee soorten voor, de Green Turtle of de Soepschildpad en de Hawksbill turtle of de Karetschildpad genoemd naar de snavelachtige bek.
  We hebben afspraak met de lokale gids om 9h45 en we rijden met een busje naar de jetty aan het waterdorp. Een snelle boot brengt ons in 50 minuten naar het eiland Selingan. Dit is het enige eiland waar behalve een ranger station ook een zeer eenvoudige lodge staat. Een zestigtal bezoekers kunnen er terecht.
  We lunchen er en halen dan ons snorkelmateriaal op, maar dat is een maat voor niets. Er is een afgebakend snorkel gebied in de zee en dat is zo ondiep dat het water zelden tot aan de knie komt. Vermetelen die het toch wagen (zoals ik) sukkelen terug aan land gedecoreerd met de nodige schrammen.
  Het is een piepklein eiland en er is niet zo heel veel te doen of te zien en onze gids doet eigenlijk het enige verstandige, nl siësta houden want je weet maar nooit hoe laat de schildpadden aan land zullen komen.
  Tussen 18h en 6h is het strand verboden terrein voor bezoekers, enkel voor de rangers, want dat is het moment dat de schildpadden in actie komen en om 18h begint ook de actie voor de bezoekers, met een briefing en een bezoekje aan een kleine fotogalerij en een video voorstelling. Om 19h30 is er diner en dan staat iedereen standby. We worden onderverdeeld in groepjes, en wordt er gewacht tot schildpadden zich hebben ingegraven en het eerste ei liggen. Dat is het ogenblik waarop de verlossende kreet ”turtle time” weerklinkt en de aangewezen groep onder leiding van een ranger naar de plek in kwestie holt. Ook wij dus. Onze schildpad legt 78 eieren, die door een ranger gerecupereerd worden, de schildpad wordt opgemeten en krijgt een herkennings tag als ze die al nog niet had, en de eieren worden opnieuw begraven met vermelding van het aantal en de datum. Na ongeveer 55 dagen komen de eieren uit en komen de baby schildpadjes te voorschijn. Ze worden dan een dag bijgehouden voor ze losgelaten worden want een deel van de ceremonie is ook het vrijlaten van de schildpadjes.
  We gaan naar de kustlijn en daar wacht een mand vol babys ongeduldig op het moment dat ze zich op hun koddige manier naar de zee kunnen haasten. Helaas zullen er maar een heel klein aantal van overleven en slechts enkele zullen toch na vele jaren terug komen naar deze plek om hun eieren te leggen.

Dag 9 zondag 18/8. SELINGAN – SANDAKAN – ABAI

Vroege vogels zijn om 6h naar het strand getrokken en sommige gelukkigen hebben nog een schilpad in volle actie kunnen spotten. Overal zijn duidelijk de kruip- en graafsporen te zien van de schildpadden. De teller staat op 35 schildpadden die aan land kwamen en 26 die een totaal van 2187 eieren legden.
  Wij vertrekken terug naar het vasteland met ons bootje om 7h en een uurtje later staan we terug op de jetty in Sandakan voor een ontbijt en worden we begroet en terug opgepikt door Manu.
  De volgende dagen zetten we onze reis voort per boot langs de Kinabatangan Rivier, de langste rivier in Sabah. We recupereren onze bagage die mee moet, een deel zien we pas over een paar dagen terug, want in de bootjes kunnen niet alle koffers mee, maar we blijven nog eventjes in Sandakan voor een kort bezoek.
  We wandelen naar de vismarkt waar de verse vangst druk verhandeld wordt en rijden dan naar de Chinese tempel op de heuvel flank van waar je een mooi panorama hebt over de baai van Sandakan en maken dan nog een stop aan het Agnes Keith House, de woning van een Amerikaanse schrijfster die lang op Sabah woonde en er de horror van de Japanse bezetting aan den lijve ondervond.
  Rond de middag stappen we in de twee snelboten die ons in een uurtje naar de Abai Jungle Lodge brengen zo’n kleine 40km verder. Het is er broeierig heet, we lunchen er en krijgen dan een dondervlaag uit de A-klasse over ons heen, een volledig klank en lichtspel zoals je dat kan verwachten in het regenwoud en we danken de goden dat we nog niet in de safari bootjes zaten.
  Een uurtje later is het gestopt met regenen en kunnen we beginnen aan onze bootsafari langsheen de oevers. De scherpe ogen van onze plaatselijke gids merken tussen het vele groen de verschillende apensoorten en vogels op en we worden ondergedompeld in namen als proboscis monkey, long tail macaque, silver leaf monkey, red leaf monkey, ruddy kingfischer, blue eared kingfisher, collard kingfisher, great egret, enz.....een indrukwekkend epistel. Even indrukwekkend en al even tot de verbeelding sprekend zijn de oplichtende ogen van een krokodil in het licht van de schijnwerper en de vuurvliegjes die als lichtjes in de kerstboom de donkere boomkruinen sieren.
  Voor de liefhebbers is er nog een extra avondwandeling voorzien op het plankenpad rond de lodge, maar die kelk van insecten laat ik aan mij voorbijgaan en ik stel mij tevreden met de kakafonie aan nachtelijke junglegeluiden als ik in bed lig.

Dag 10 maandag 19/8. ABAI – SUKAU

Er is vandaag een ochtendcruise voor het ontbijt en dus loopt de wekker vroeg af. Ik heb geen water in mijn cabin en dat is even lastig, maar er is wel een mooie zonsopgang. We zitten weer in onze safaribootjes op zoek naar al dat leven dat zich op de oevers afspeelt en er is weer een collectie apen die de show stelen, en zelfs een Oerang Oetang die zich in een boomkruin geïnstalleerd heeft, een krokodil laat zich eventjes zien, en natuurlijk is daar weer een collectie vogels waaronder de zeldzame Storm Stork die onze gids lichtjes euforisch doet klinken.
  We zijn terug voor het ontbijt, en ik heb terug water, altijd handig voor een douche.
  Aan de overzijde van de rivier is het dorpje Abai en in samenspraak met hen wordt door de toeristen een heraanplantings project gefinancierd en georganiseerd. Iedereen krijgt een sprietachtig jong boompje met een nummer (mijn nummer was 2662 – 6) en dat mogen we dan in de modderige grond steken. Als het wat groter wordt zou het dan overgeplant worden in een ander deel van het woud. Of het ooit gebeurd zullen we allicht nooit weten, maar in ieder geval is hiermee onze voetafdruk op aarde misschien ietsje minder zwaar geworden en hebben we minstens onze goede wil getoond. Een certificaat, getypt op een roestige schrijfmachine bewijst onze goede daad. En na de lunch die symbolisch ook in het dorpje wordt genuttigd vertrekken we verder met onze bootjes naar de volgde rivier lodge in Sukau, 47km verder of 1.5h varen.

Dag 11 dinsdag 20/8. SUKAU – MESILAU

We hebben ook vandaag een vroege ochtendcruise in Sukau en vandaag krijgen we daar een Oerang Oetang moeder met jong bij en enkele varanen en de nodige kingfishers of ijsvogels.
  Na de middag vertrekken we dan niet langer per boot maar met een busje dat ons opwacht en met de overige bagage. We nemen afscheid van onze lokale gids, Eric of Irix, die samen met Manu uitstekende ogen hadden om ons het wild te tonen dat deze streek rijk is.
  Over land krijg je pas goed in de smiezen hoe enorm het regenwoud hier gekapt is en vervangen door reusachtige plantages voor palmolie. Oliepalmen zover het oog reikt over de horizon. Of dat op lange termijn zo’n goede zaak zal zijn, zullen de volgende generaties allicht moeten ondervinden.
  We hebben een redelijk lange busrit voor de boeg en er wordt slechts kort gestopt voor de lunch in een eenvoudig restaurant onderweg. Onze bus is blijkbaar te groot voor de toegangsweg naar de lodge in Mesilau die op 2000m ligt en we moeten overstappen in 3 kleinere busjes met onze bagage. Het is hier behoorlijk frisser, het regent en de toegang tot de bungalows is verrassend steil.
  Liefhebbers die er niet genoeg van krijgen, maken nog een wandeling in de druilregen langsheen het Kogo Pan trail voor iedereen aanschuift voor ons shabu shabu diner in het restaurant.

Dag 12 woensdag 21/8. MESILAU NP – KINABALU NP

We hebben een ander busje dat blijkbaar zonder problemen de steile weg van en naar de lodge aan kan, en we rijden terug naar lagere regionen. We bezoeken een botanische tuin, met een rijke collectie aan endemische planten. Gefundenes fressen voor botanici en dan maken we een makkelijke wandeling langs een van de vele trails dat dit gebied rijk is, het Silau Silau trail.
  Lunch is in een restaurant dat een eervolle vermelding verdient voor een vriendelijke, maar vooral de meest inefficiënte service en dan zetten we onze weg verder richting Kota Kinabalu. In de verte zien we Mount Kinabalu, massief 4095.2m hoog en bekend en berucht voor de 2-daagse trek naar de top heen en terug en nog meer voor de Mount Kinabalu International Climbathon voor mannen en vrouwen die dat, heen en terug, klaren in enkele uren. Het rekord staat op naam van een spanjaard die dat afhaspelde in 2012 in 02:11:45. En nee, je moet er niet gek voor zijn, maar het zal allicht helpen.
  Wij arriveren in Kota Kinabalu rond 17h en nemen onze intrek in een prachtig resort.

Dag 13 donderdag 22/8. KOTA KINABALU – TUNKU ABDUL RAHMAN NP

We rijden naar de marina en schepen in op een bootje dat ons naar het Gaya eiland brengt, het grootste eiland in het Tunku Abdul Rahman Marine Park. We maken er een wandeling van een tweetal uur doorheen de laaglandjungle langs een mooi onderhouden pad dat ook door een mangrove woud loopt.
  Het is de bedoeling dat we dan verder naar een ander eilandje varen, Manukan Island, en het duurt eventjes voor onze pickup arriveert. We lunchen op Manukan Island en kunnen daar wat snorkel materiaal krijgen maar ook nu is dat eigenlijk een maat voor niets want, hoewel de zee hier tenminste diep genoeg is om in te zwemmen is de zichtbaarheid gewoon nihil. Een beetje gewoon strandplezier dan maar, samen met de vele andere bezoekers, tot het tijd is om met ons bootje terug te varen naar Kota Kinabalu.

Dag 14 vrijdag 23/8. KOTA KINABALU – HONGKONG – AMSTERDAM

Laatste dag en vrije dag, lekker niksen aan het zwembad of het strand of rondlummelen in KK. Jammer genoeg is het resort waar wij logeren volgeboekt en moeten we de kamers verlaten om 12h om pas om 17h30 naar de luchthaven te gaan voor onze vlucht naar Hong Kong en Amsterdam.

Borneo is inderdaad een groene parel, puur natuur, een absoluut paradijs voor vogel- en plantenliefhebbers, en voor wie wil proeven van het regenwoud, zolang dat er nog is.